- panic-struck als bijvoeglijk naamwoord:
- 1
panic-struck
bijvoeglijk naamwoord
1 panic-struck
Thrown into a state of intense fear or desperation.
synoniemen: frightened, panic-stricken, panicked, panicky, terrified.
Pools: paniczny
Vind elders meer over panic-struck: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0144