- parishioner als zelfstandig naamwoord:
- 1
parishioner
zelfstandig naamwoord
1 parishioner
A member of a parish.
Roget 997: laity, flock, fold, congregation, assembly, brethren, people; society [U.S.]. temporality, secularization. layman, civilian; parishioner, catechumen; ... meer laten zien
Nederlands: gemeentelid, parochiaan
Pools: owieczka
Vind elders meer over parishioner: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0264