Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

pooch

zelfstandig naamwoord

1 pooch

Informal terms for dogs.

synoniemen: barker, bow-wow, doggie, doggy.

Nederlands: bastaard, vuilnisbakkie
Pools: psina

werkwoord

1 pooch

Round one's lips as if intending to kiss.

synoniem: pooch out.


Moby betekeniswoordenboek: Seeing Eye dog, bandog, bitch, bowwow, canine, dog, fancy dog, guide dog, gyp, hound, kennel, lap dog, pack of dogs, pup, puppy, sheep dog, show dog, sled dog, slut, toy dog ... meer laten zien.

Vind elders meer over pooch: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0297