Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

roomy

zelfstandig naamwoord

1 roomy

An associate who shares a room with you.

synoniemen: roomie, roommate.

Nederlands: kamergenoot
Pools: współlokator

bijvoeglijk naamwoord

1 roomy

of buildings and rooms Having ample space:
— A roomy but sparsely furnished apartment.

synoniem: spacious.

Roget 180: spacious, roomy, extensive, expansive, capacious, ample; widespread, vast, world-wide, uncircumscribed; boundless etc. (infinite) 105; ... meer laten zien

Pools: przestronny, duży


Moby betekeniswoordenboek: aerial, aeriform, aery, airish, airlike, airy, alfresco, ample, amplitudinous, atmospheric, big, breezy, broad, capacious, comfortable, comfy, commodious, contented, convenient, cozy ... meer laten zien.

Vind elders meer over roomy: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0326