- self-assured als bijvoeglijk naamwoord:
- 1
self-assured
bijvoeglijk naamwoord
1 self-assured
Showing poise and confidence in your own worth.
synoniem: self-confident.
Moby betekeniswoordenboek: arrogant, assured, balanced, cocksure, collected, composed, confident, convinced, decided, determined, equanimous, equilibrious, hubristic, levelheaded, overconfident, oversure, overweening, persuaded, poised, pompous ... meer laten zien.
Vind elders meer over self-assured: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0546