- tamer als zelfstandig naamwoord:
- 1
tamer
zelfstandig naamwoord
1 tamer
An animal trainer who tames wild animals.
Pools: treser
Moby betekeniswoordenboek: breaker, breeder, broncobuster, buckaroo, cattleman, cow keeper, cowman, dairy farmer, dairyman, equerry, farrier, grazier, groom, horseshoer, hostler, rancher, ranchero, ranchman, sheepman, stableboy ... meer laten zien.
Vind elders meer over tamer: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0144