- tarsus als zelfstandig naamwoord:
- 1
tarsus
zelfstandig naamwoord
1 tarsus
The part of the foot of a vertebrate between the metatarsus and the leg; in human beings the bones of the ankle and heel collectively.
Nederlands: voetwortel
Pools: stęp
Moby betekeniswoordenboek: ankle, bayonet legs, bowlegs, calf, cnemis, drumstick, foreleg, gamb, gambrel, gigot, ham, hind leg, hock, jamb, knee, leg, limb, podite, popliteal space, scissor-legs ... meer laten zien.
Vind elders meer over tarsus: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0148