Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

thudding

bijvoeglijk naamwoord

1 thudding

Not clear and resonant; sounding as if striking with or against something relatively soft:
— Thudding bullets.

synoniem: dull.


Vind elders meer over thudding: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

thud

zelfstandig naamwoord

1 thud

A heavy dull sound (as made by impact of heavy objects).

synoniemen: clump, clunk, thump, thumping.

Roget 406: snap etc. v.; rapping etc. v.; decrepitation, crepitation; report, thud; burst, explosion, blast, boom, ... meer laten zien

Roget 408a: thud, thump, dead sound; nonresonance; muffled drums, cracked bell; damper; silencer.   

Nederlands: gestommel

werkwoord

1 thud

Make a dull sound:
— The knocker thudded against the front door.

synoniem: thump.

2 thud

Strike with a dull sound.

3 thud

Make a noise typical of an engine lacking lubricants.

synoniemen: crump, scrunch.


Moby betekeniswoordenboek: beat, bump, chink, click, clink, clop, clump, clunk, crump, dull thud, flick, flump, hit, pad, pat, patter, pitapat, pitter-patter, plump, plunk ... meer laten zien.

Vind elders meer over thud: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0331