Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

implosion

zelfstandig naamwoord

1 implosion

A sudden inward collapse.

Roget 406: snap etc. v.; rapping etc. v.; decrepitation, crepitation; report, thud; burst, explosion, blast, boom, ... meer laten zien

Nederlands: implosie

2 implosion

The initial occluded phase of a stop consonant.

Pools: implozja


Vind elders meer over implosion: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0398