- trainee als zelfstandig naamwoord:
- 1
trainee
zelfstandig naamwoord
1 trainee
Someone who is being trained.
Nederlands: stagiair, trainee
Pools: uczeń
Moby betekeniswoordenboek: apprentice, auditor, autodidact, baby, beginner, boot, catechumen, conscript, deb, debutant, draft, drafted man, draftee, educatee, enlistee, enrollee, entrant, fledgling, freshman, greenhorn ... meer laten zien.
Vind elders meer over trainee: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0273