Engelse synoniemen over ons - contact  

uprooter

zelfstandig naamwoord

1 uprooter

A person who destroys or ruins or lays waste to:
— Uprooters of gravestones.

synoniemen: destroyer, ruiner, undoer, waster.

Nederlands: verbrasser, verkwister, verspiller
Pools: destruktor, niszczyciel


Vind elders meer over uprooter: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0157