- vendor als zelfstandig naamwoord:
- 1
vendor
zelfstandig naamwoord
1 vendor
Someone who promotes or exchanges goods or services for money.
synoniemen: marketer, seller, trafficker, vender.
Roget 796: sale, vent, disposal; auction, roup, Dutch auction; outcry, vendue†; custom etc. (traffic) 794. vendibility, vendibleness†. ... meer laten zien
Nederlands: handelaar, marketeer, verkoopster, leverancier, verkoper
Pools: ekspedient, sklepowy, sprzedawca
Moby betekeniswoordenboek: arab, automat, cadger, chapman, cheap-jack, cheap-john, cheapjack, coin machine, coin-operated machine, colporteur, coster, costermonger, duffer, hawker, higgler, huckster, peddler, roadman, sidewalk salesman, slot machine ... meer laten zien.
Vind elders meer over vendor: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0155