- bettor als zelfstandig naamwoord:
- 1
bettor
zelfstandig naamwoord
1 bettor
Moby betekeniswoordenboek: adventurer, betting ring, boneshaker, cardshark, cardsharp, cardsharper, compulsive gambler, crap shooter, gambler, gamester, hazarder, petty gambler, piker, player, plunger, punter, sharp, sharper, sharpie, speculator ... meer laten zien.
Vind elders meer over bettor: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0179