Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

cleansing

zelfstandig naamwoord

1 cleansing

The act of making something clean.

synoniemen: cleaning, cleanup.

Nederlands: reiniging, schoonmaak
Pools: czyszczenie, wyczyszczanie, oczyszczanie

bijvoeglijk naamwoord

1 cleansing

Cleansing the body by washing; especially ritual washing of e.g. hands.

synoniem: ablutionary.

2 cleansing

Acting like an antiseptic.

synoniem: purifying.

Roget 652: clean, cleanly; pure; immaculate; spotless, stainless, taintless; trig; without a stain, unstained, unspotted, unsoiled, unsullied, untainted, ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: abstergent, abstersion, alleviating, alleviative, analgesic, anesthetic, anodyne, apologetic, ascetic, assuasive, atoning, balmy, balsamic, benumbing, bowdlerization, catharsis, cathartic, cleaning, compensational, compensatory ... meer laten zien.

Vind elders meer over cleansing: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0447