Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

sweeping

zelfstandig naamwoord

1 sweeping

The act of cleaning with a broom.

Pools: zamiatanie

bijvoeglijk naamwoord

1 sweeping

Taking in or moving over (or as if over) a wide area; often used in combination.

Roget 78: general, generic, collective; broad, comprehensive, sweeping; encyclopedical, widespread etc. (dispersed) 73.    universal; catholic, catholical; ... meer laten zien

Roget 52: complete, entire; whole etc. 50; perfect etc. 650; full, good, absolute, thorough, plenary; solid, ... meer laten zien

Pools: zamaszysty

2 sweeping

Ignoring distinctions:
— Sweeping generalizations.

synoniem: wholesale.

Roget 50: whole, total, integral, entire; complete etc. 52; one, individual.    unbroken, intact, uncut, undivided, ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: absolute, across the board, across-the-board, aleatoric, aleatory, all-comprehensive, all-embracing, all-encompassing, all-inclusive, all-out, all-pervading, amorphous, blanket, blobby, blurred, blurry, born, broad, broad-based, cataclysmic ... meer laten zien.

Vind elders meer over sweeping: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.021