- denticle als zelfstandig naamwoord:
- 1
denticle
zelfstandig naamwoord
1 denticle
Small pointed ridge on the exoskeleton of an arthropod.
Moby betekeniswoordenboek: baby tooth, bicuspid, bucktooth, canine, crown, cuspid, cutter, deciduous tooth, dent, denticulation, dentil, dentition, dogtooth, eyetooth, fang, fore tooth, gagtooth, gang tooth, gold tooth, grinder ... meer laten zien.
Vind elders meer over denticle: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0141