- fishmonger als zelfstandig naamwoord:
- 1
fishmonger
zelfstandig naamwoord
1 fishmonger
Someone who sells fish.
synoniem: fishwife.
Nederlands: viswijf, vishandelaar, visboer, vishandel, visvrouw
Moby betekeniswoordenboek: baker, bookdealer, bookseller, butcher, chandler, clothing merchant, confectioner, draper, drysalter, fishwife, florist, footwear merchant, fruiterer, furnisher, furrier, greengrocer, grocer, groceryman, haberdasher, hardwareman ... meer laten zien.
Vind elders meer over fishmonger: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0258