Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

florist

zelfstandig naamwoord

1 florist

Someone who grows and deals in flowers.

Roget 371: agriculture, cultivation, husbandry, farming; georgics, geoponics; tillage, agronomy, gardening, spade husbandry, vintage; horticulture, arboriculture, floriculture; ... meer laten zien

Roget 799: mart; market, marketplace; fair, bazaar, staple, exchange, change, bourse, hall, guildhall; tollbooth, customhouse; Tattersall's.    ... meer laten zien

Nederlands: bloemenhandelaar, bloemenman, bloemenverkoper, bloemist
Pools: kwiaciarz

2 florist

A shop where flowers and ornamental plants are sold.

synoniemen: florist shop, flower store.

Nederlands: bloemist, bloemenwinkel, bloemenzaak, bloemisterij
Pools: kwiaciarnia


Moby betekeniswoordenboek: antique store, apothecary, automobile showroom, baker, bookdealer, bookseller, bookstore, bootery, butcher, candy store, chandler, chemist, cigar store, clothiers, clothing merchant, clothing store, confectioner, confectionery, draper, dress shop ... meer laten zien.

Vind elders meer over florist: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0299