Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

fixing

zelfstandig naamwoord

1 fixing

The act of putting something in working order again.

synoniemen: fix, fixture, mend, mending, repair, reparation.

Nederlands: herstel, herstellingswerk, lapwerk, redres, reparatie, stopwerk
Pools: naprawa

2 fixing

Restraint that attaches to something or holds something in place.

synoniemen: fastener, fastening, holdfast.

Nederlands: houvast, sluiting

3 fixing

The sterilization of an animal.

synoniemen: altering, neutering.

Nederlands: castratie

4 fixing

histology The preservation and hardening of a tissue sample to retain as nearly as possible the same relations they had in the living body.

synoniem: fixation.

Nederlands: fixatie


Vind elders meer over fixing: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.036