Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

furlough

zelfstandig naamwoord

1 furlough

A temporary leave of absence from military duty.

Roget 760: permission, leave; allowance, sufferance; tolerance, toleration; liberty, law, license, concession, grace; indulgence etc. (lenity) ... meer laten zien

Nederlands: verlof, onbetaald verlof

werkwoord

1 furlough

Dismiss, usually for economic reasons.

synoniem: lay off.

Nederlands: ontslaan, de zak geven

2 furlough

Grant a leave to.


Moby betekeniswoordenboek: AWOL, French leave, abscondence, absence, absence without leave, absentation, absenteeism, absenting, boot, bounce, break, bump, bust, can, cashier, cut, cyclical unemployment, day off, default, defrock ... meer laten zien.

Vind elders meer over furlough: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0406