- habited als bijvoeglijk naamwoord:
- 1
habited
bijvoeglijk naamwoord
1 habited
Dressed in a habit.
Roget 225: invested etc. v.; habited; dighted†; barbed, barded; clad, costume, shod, chausse [Fr.]; en grande tenue [Fr.] etc. (show) ... meer laten zien
Vind elders meer over habited: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.1455