incoming
zelfstandig naamwoord
1 incoming
The act of entering.
synoniemen: entering, entrance, entry, ingress.
Nederlands: invoer, toegang, ingang, binnenkomst, entree, intocht, intrede, opkomst
Pools: wejście
bijvoeglijk naamwoord
1 incoming
Arriving at a place or position.
2 incoming
Entering upon a position of office vacated by another.
Moby betekeniswoordenboek: access, admission, approaching, arriving, coming, entering, entrance, entree, entry, homeward, homeward-bound, import, importation, importing, in, inbound, income, infiltration, inflooding, inflowing ... meer laten zien.
Vind elders meer over incoming: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
incomings
zelfstandig naamwoord
Roget 810: receipt, value received, money coming in; income, incomings, innings, revenue, return, proceeds; gross receipts, net profit; earnings etc. (gain) ... meer laten zien
Vind elders meer over incomings: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0591