Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

infancy

zelfstandig naamwoord

1 infancy

The early stage of growth or development.

synoniemen: babyhood, early childhood.

Roget 127: youth; juvenility, juvenescence; juniority; infancy; babyhood, childhood, boyhood, girlhood, youthhood; incunabula; minority, nonage, teens, ... meer laten zien

Roget 66: beginning, commencement, opening, outset, incipience, inception, inchoation; introduction etc. (precursor) 64; alpha, initial; inauguration, ... meer laten zien

Nederlands: jeugd, jeugdjaren, kindertijd
Pools: niemowlęctwo

2 infancy

The earliest state of immaturity.

synoniem: babyhood.


Moby betekeniswoordenboek: babyhood, beginnings, birth, callowness, childhood, commencement, cradle, dawn, dewiness, disability, disablement, disqualification, early, emergence, freshman year, freshness, genesis, greenness, imbecility, immaturity ... meer laten zien.

Vind elders meer over infancy: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0318