- natter als werkwoord:
- 1
natter
werkwoord
1 natter
Talk socially without exchanging too much information.
synoniemen: chaffer, chat, chatter, chew the fat, chit-chat, chitchat, claver, confab, confabulate, gossip ... meer laten zien.
Nederlands: pruttelen, babbelen, kletsen, zwetsen, chatten, chat
Moby betekeniswoordenboek: babble, babblement, bavardage, bibble-babble, blab, blabber, blah-blah, blather, blether, blethers, cackle, caquet, caqueterie, chat, chatter, chitter-chatter, clack, clatter, dither, gab ... meer laten zien.
Vind elders meer over natter: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0412