- pact als zelfstandig naamwoord:
- 1
pact
zelfstandig naamwoord
1 pact
A written agreement between two states or sovereigns.
Roget 769: compact, contract, agreement, bargain; affidation†; pact, paction†; bond, covenant, indenture; bundobast†, deal. stipulation, settlement, ... meer laten zien
Nederlands: overeenkomst, pact, verbond, verdrag
Pools: traktat, układ
Moby betekeniswoordenboek: accord, agreement, alliance, arrangement, bargain, binding agreement, bond, cartel, collective agreement, compact, concord, concordat, consortium, contract, convention, covenant, covenant of salt, deal, dicker, employment contract ... meer laten zien.
Vind elders meer over pact: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0304