Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

piping

zelfstandig naamwoord

1 piping

A thin strip of covered cord used to edge hems.

2 piping

A long tube made of metal or plastic that is used to carry water or oil or gas etc..

synoniemen: pipage, pipe.

Nederlands: pijp, leiding
Pools: orurowanie

3 piping

Playing a pipe or the bagpipes.

bijwoord

1 piping

used of heat Extremely:
— The casserole was piping hot.

synoniem: steaming.


Moby betekeniswoordenboek: acute, adjutage, argute, at peace, balmy, bloodless, blooming, blossoming, booming, calm, catheter, clear, concordant, creaky, drainpipe, ear-piercing, efflux tube, exuberant, fair, fat ... meer laten zien.

Vind elders meer over piping: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0531