Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

potty

zelfstandig naamwoord

1 potty

A plumbing fixture for defecation and urination.

synoniemen: can, commode, crapper, pot, stool, throne, toilet.

Nederlands: nachtspiegel, piespot, pispot, po, pot
Pools: kibelek, klozet, sedes

2 potty

A receptacle for urination or defecation in the bedroom.

synoniemen: chamberpot, thunder mug.

Pools: nocnik

bijvoeglijk naamwoord

1 potty

Marked by foolish or unreasoning fondness.

synoniemen: enamored, in love, infatuated, smitten, soft on, taken with.

2 potty

British informal Trivial.

3 potty

Slightly intoxicated.

synoniemen: tiddly, tipsy.

Pools: zawiany, podpity, podcięty, wstawiony


Moby betekeniswoordenboek: absurd, balmy, bananas, barmy, bats, batty, beany, bedpan, bonkers, buggy, bughouse, bugs, can, chamber, chamber pot, chemical closet, chemical toilet, commode, crackers, crapper ... meer laten zien.

Vind elders meer over potty: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0221