- storekeeper als zelfstandig naamwoord:
- 1
storekeeper
zelfstandig naamwoord
1 storekeeper
A merchant who owns or manages a shop.
synoniemen: market keeper, shopkeeper, tradesman.
Nederlands: pakhuismeester, detaillist, middenstander, neringdoende, wederverkoper, winkelier
Pools: sklepikarz
Moby betekeniswoordenboek: caterer, chandler, commissariat, commissary, dealer, distributor, donor, furnisher, importer, jobber, manciple, marketer, merchandiser, merchant, middleman, monger, patron, provider, provisioner, purveyor ... meer laten zien.
Vind elders meer over storekeeper: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0157