Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

cleaner

zelfstandig naamwoord

1 cleaner

A preparation used in cleaning something.

synoniemen: cleanser, cleansing agent.

Nederlands: poetsmiddel, reinigingsmiddel, schoonmaakmiddel

2 cleaner

The operator of dry-cleaning establishment.

synoniem: dry cleaner.

Pools: pracownik pralni chemicznej

3 cleaner

Someone whose occupation is cleaning.

Nederlands: schoonmaker
Pools: czyƛciciel


Moby betekeniswoordenboek: abstergent, cathartic, char, charwoman, cleaner-off, cleaner-up, cleaning agent, cleaning lady, cleaning man, cleaning solvent, cleaning woman, cleanser, cleansing cream, cold cream, cream, custodian, dentifrice, depurant, detergent, diuretic ... meer laten zien.

Vind elders meer over cleaner: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0282