- sunup als zelfstandig naamwoord:
- 1
sunup
zelfstandig naamwoord
1 sunup
The first light of day.
synoniemen: aurora, break of day, break of the day, cockcrow, dawn, dawning, daybreak, dayspring, first light, morning ... meer laten zien.
Roget 125: morning, morn, forenoon, a. m., prime, dawn, daybreak; dayspring†, foreday†, sunup; peep of day, break of day; aurora; first blush of the morning, ... meer laten zien
Nederlands: morgenrood, hanegekraai, aanbreken van de dag, zonsopgang, aurora, dageraad, morgen, morgenkrieken, morgenlicht, morgenstond ... meer laten zien
Pools: świtanie, wschód, świt, zaranie
Moby betekeniswoordenboek: aurora, break of day, brightening, chanticleer, cockcrow, cocklight, crack of dawn, dawn, dawning, day-peep, daybreak, daylight, dayspring, first brightening, light, morn, morning, peep of day, prime, sunrise ... meer laten zien.
Vind elders meer over sunup: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.015