swashbuckling
zelfstandig naamwoord
1 swashbuckling
Flamboyantly reckless and boastful behavior.
Pools: buńczuczność, zadzierzystość, zawadiactwo, junactwo
bijvoeglijk naamwoord
1 swashbuckling
Flamboyantly adventurous.
synoniem: swaggering.
Moby betekeniswoordenboek: adventurous, blustering, blusterous, blustery, boisterous, bold, bullying, daredevil, daring, dashing, flamboyant, hectoring, noisy, peacockish, peacocky, raging, ranting, raving, roistering, roisterous ... meer laten zien.
Vind elders meer over swashbuckling: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0159