Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

hector

zelfstandig naamwoord

1 Hector

Greek mythology A mythical Trojan who was killed by Achilles during the Trojan War.

Nederlands: afblaffen, afschrikken, bang maken, intimideren, overdonderen, terroriseren, tiranniseren

Roget 861: courage, bravery, valor; resoluteness, boldness etc. adj.; spirit, daring, gallantry, intrepidity; contempt of danger, defiance of danger; derring-do; ... meer laten zien

Roget 863: rashness etc. adj.; temerity, want of caution, imprudence, indiscretion; overconfidence, presumption, audacity.    precipitancy, precipitation; impetuosity; levity; ... meer laten zien

Roget 887: blusterer, swaggerer, vaporer, roisterer, brawler; fanfaron; braggart etc. (boaster) 884; bully, terrorist, rough; ... meer laten zien

werkwoord

1 hector

Be bossy towards.

synoniemen: ballyrag, boss around, browbeat, bully, bullyrag, push around, strong-arm.

Roget 885: be insolent etc. adj.; bluster, vapor, swagger, swell, give oneself airs, snap one's fingers, kick up a dust; swear etc. (affirm) ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: Captain Bobadil, Gascon, Herod, Texan, aggravate, annoy, badger, bait, be at, bedevil, beset, big mouth, blatherskite, blower, blowhard, bludgeon, bluff, bluffer, bluster, bluster and bluff ... meer laten zien.

Vind elders meer over hector: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

hectoring

bijvoeglijk naamwoord

Roget 885: insolent, haughty, arrogant, imperious, magisterial, dictatorial, arbitrary; high-handed, high and mighty; contumelious, supercilious, overbearing, intolerant, domineering, ... meer laten zien

Vind elders meer over hectoring: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0759