- teamwork als zelfstandig naamwoord:
- 1
teamwork
zelfstandig naamwoord
1 teamwork
Cooperative work done by a team (especially when it is effective).
Nederlands: groepswerk, samenspel, teamwork
Moby betekeniswoordenboek: bipartisanship, coaction, coadjuvancy, coadministration, coagency, cochairmanship, codirectorship, collaboration, collaborativeness, collectivism, collusion, commensalism, common effort, common enterprise, communalism, communism, communitarianism, community, complicity, concert ... meer laten zien.
Vind elders meer over teamwork: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.014