Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

upstairs

zelfstandig naamwoord

1 upstairs

The part of a building above the ground floor.

bijvoeglijk naamwoord

1 upstairs

On or of upper floors of a building:
— The upstairs maid.
— An upstairs room.

synoniem: upstair.

bijwoord

1 upstairs

On a floor above:
— They lived upstairs.

synoniemen: on a higher floor, up the stairs.

Roget 206: on high, high up, aloft, up, above, aloof, overhead; airwind; upstairs, abovestairs; in the clouds; on tiptoe, on stilts, on the shoulders of; ... meer laten zien

2 upstairs

With respect to the mind.


Moby betekeniswoordenboek: above, abovestairs, airward, aloft, aloof, heavenward, high, high up, in the air, in the clouds, on high, on stilts, on the peak, on tiptoe, over, overhead, skyward, straight up, tiptoe, to the zenith ... meer laten zien.

Vind elders meer over upstairs: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0394