Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

wash up

werkwoord

1 wash up

Wash one's face and hands.

synoniem: lave.

Nederlands: zich wassen, zich opfrissen

2 wash up

Carry somewhere (of water or current or waves).

3 wash up

Wash dishes.

synoniem: do the dishes.

Nederlands: de afwas doen

4 wash up

Be carried somewhere by water or as if by water.

5 wash up

Wear out completely.

synoniemen: beat, exhaust, tucker, tucker out.

Nederlands: afjakkeren, afmatten, aftobben, slopen, uitputten


Vind elders meer over wash up: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0214