Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

washing

zelfstandig naamwoord

1 washing

The work of cleansing (usually with soap and water).

synoniemen: lavation, wash.

Roget 337: water; serum, serosity; lymph; rheum; diluent; agua [Sp.], aqua, pani.    dilution, maceration, lotion; washing etc. ... meer laten zien

Nederlands: lotie, spoelwater, was, wasbeurt, waswater
Pools: mycie

2 washing

Garments or white goods that can be cleaned by laundering.

synoniemen: laundry, wash, washables.

Nederlands: was, wasgoed
Pools: pranie


Moby betekeniswoordenboek: ablution, bear raid, bull raid, cleaning out, corner, corner in, douche, douching, elution, elutriation, enema, flush, flushing, flushing out, irrigation, lap, lapping, lathering, laundering, laundry ... meer laten zien.

Vind elders meer over washing: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0415