Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

wilding

zelfstandig naamwoord

1 wilding

A wild uncultivated plant (especially a wild apple or crabapple tree).

Roget 893: seclusion, privacy; retirement; reclusion, recess; snugness etc. adj.; delitescence; rustication, rus in urbe [Lat.]; solitude; solitariness etc. ... meer laten zien

Pools: dziczek, dziczka

2 wilding

An outrageous rampage usually involving sexual attacks by men on women.


Vind elders meer over wilding: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0359