Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

witching

zelfstandig naamwoord

1 witching

The use or practice of witchcraft.

bijvoeglijk naamwoord

1 witching

Possessing or using or characteristic of or appropriate to supernatural powers:
— 'tis now the very witching time of night.

synoniemen: charming, magic, magical, sorcerous, wizard, wizardly.


Moby betekeniswoordenboek: Circean, alluring, appealing, appetizing, attractive, beguiling, bewitching, bewitchment, blandishing, cajoling, captivating, catching, charismatic, charming, coaxing, come-hither, coquettish, delightful, divining rod, doodlebug ... meer laten zien.

Vind elders meer over witching: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0811