Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

anteriority

zelfstandig naamwoord

1 anteriority

The quality of being in front or (in lower animals) toward the head.

Roget 234: front; fore, forepart; foreground; face, disk, disc, frontage; facade, proscenium, facia [Lat.], frontispiece; anteriority; obverse ... meer laten zien

2 anteriority

Preceding in time.

synoniemen: antecedence, antecedency, precedence, precedency, priority.

Roget 62: precedence; coming before etc. v.; the lead, le pas; superiority etc. 33; importance etc. 642; antecedence, antecedency; ... meer laten zien

Roget 116: priority, antecedence, anteriority, precedence, pre-existence; precession etc. 280; precursor etc. 64; the past etc. ... meer laten zien

Pools: dotychczasowość, uprzedniość, poprzedniość


Vind elders meer over anteriority: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0293