Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

bazaar

zelfstandig naamwoord

1 bazaar

A shop where a variety of goods are sold.

synoniem: bazar.

Nederlands: bazaar, fancy-fair

2 bazaar

A street of small shops (especially in Orient).

synoniem: bazar.

Nederlands: bazaar, fancy-fair

3 bazaar

A sale of miscellany; often for charity:
— The church bazaar.

synoniem: fair.

Roget 799: mart; market, marketplace; fair, bazaar, staple, exchange, change, bourse, hall, guildhall; tollbooth, customhouse; Tattersall's.    ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: auto show, boat show, closing-out sale, commercial complex, distress sale, emporium, exposition, fair, flea fair, flea market, garage sale, going-out-of-business sale, inventory-clearance sale, market, market overt, marketplace, mart, open market, plaza, rialto ... meer laten zien.

Vind elders meer over bazaar: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.03