Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

blighter

zelfstandig naamwoord

1 blighter

A persistently annoying person.

synoniemen: cuss, gadfly, pest, pesterer.

Nederlands: kwelgeest, plaag, pest

2 blighter

A boy or man.

synoniemen: bloke, chap, cuss, fella, feller, fellow, gent, lad.

Nederlands: vent, jongen
Pools: gość, facio, chłop, gościu, klient, facet, gostek, koleś, kolo


Moby betekeniswoordenboek: Bowery bum, beachcomber, beggar, beggarly fellow, budmash, bum, bummer, caitiff, derelict, devil, drifter, drunkard, good-for-naught, good-for-nothing, hobo, human wreck, lowlife, mauvais sujet, mean wretch, mucker ... meer laten zien.

Vind elders meer over blighter: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0304