Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

truant

zelfstandig naamwoord

1 truant

One who is absent from school without permission.

synoniem: hooky player.

Roget 187: absence; inexistence etc. 2; nonresidence, absenteeism; nonattendance, alibi.    emptiness etc. adj.; void, vacuum; ... meer laten zien

Roget 941: knave, rogue; Scapin, rascal; Lazarillo de Tormes; bad man etc. 949; blackguard etc. 949; barrater, barrator; ... meer laten zien

Roget 623: abstention, abstinence; for bearance; refraining etc. v.; inaction etc. 681; neutrality.    avoidance, evasion, elusion; seclusion ... meer laten zien

Roget 683: inactivity; inaction etc. 681; inertness etc. 172; obstinacy etc. 606.    lull etc. (cessation) ... meer laten zien

Nederlands: spijbelaar
Pools: wagarowicz

2 truant

Someone who shirks duty.

synoniemen: no-show, nonattender.

Nederlands: spijbelaar

bijvoeglijk naamwoord

1 truant

Absent without permission:
— Truant schoolboys.

synoniem: awol.


Moby betekeniswoordenboek: AWOL, Bowery bum, absent, absent without leave, absentee, beachcomber, beggar, beggarly fellow, blighter, budmash, bum, bummer, caitiff, clock watcher, delinquent, derelict, devil, dodger, drifter, drunkard ... meer laten zien.

Vind elders meer over truant: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0387