Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

bummer

zelfstandig naamwoord

1 bummer

An experience that is irritating or frustrating or disappointing.

Roget 683: inactivity; inaction etc. 681; inertness etc. 172; obstinacy etc. 606.    lull etc. (cessation) ... meer laten zien

2 bummer

A bad reaction to a hallucinogenic drug.


Moby betekeniswoordenboek: Arab, Bowery bum, adverse circumstances, adversity, affliction, aggravation, annoyance, bandit, beach bum, beachcomber, beggar, beggarly fellow, blight, blighter, bo, brigand, budmash, bum, cadger, caitiff ... meer laten zien.

Vind elders meer over bummer: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0537