Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

client

zelfstandig naamwoord

1 client

A person who seeks the advice of a lawyer.

Roget 746: subject, liegeman; servant, retainer, follower, henchman, servitor, domestic, menial, help, lady help, employe, attache; ... meer laten zien

Nederlands: client, cliënt, consultant, klant

2 client

Someone who pays for goods or services.

synoniem: customer.

Roget 795: purchase, emption; buying, purchasing, shopping; preemption, refusal.    coemption, bribery; slave trade.    buyer, purchaser, emptor, vendee; ... meer laten zien

Nederlands: cliënt, committent, klant, lastgever, machtgever, mandant, mandator, opdrachtgever, principaal
Pools: klient

3 client

computer science Any computer that is hooked up to a computer network.

synoniemen: guest, node.

Nederlands: client
Pools: klient, stacja kliencka


Vind elders meer over client: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0333