Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

efflorescence

zelfstandig naamwoord

1 efflorescence

The period of greatest prosperity or productivity.

synoniemen: bloom, blossom, flower, flush, heyday, peak, prime.

Roget 330: powderiness [State of powder.], pulverulence; sandiness etc. adj.; efflorescence; friability.    powder, dust, sand, shingle; sawdust; grit; ... meer laten zien

Nederlands: bloeitijd, hoogtijdagen, bloeiperiode
Pools: szczyt

2 efflorescence

Any red eruption of the skin.

synoniemen: rash, roseola, skin rash.

Nederlands: uitslag
Pools: krosta, wyrzut, wyprysk

3 efflorescence

The time and process of budding and unfolding of blossoms.

synoniemen: anthesis, blossoming, florescence, flowering, inflorescence.

Nederlands: bloeiwijze, bloemgestel

4 efflorescence

A powdery deposit on a surface.

synoniem: bloom.


Vind elders meer over efflorescence: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0611