Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

rash

zelfstandig naamwoord

1 rash

Any red eruption of the skin.

synoniemen: efflorescence, roseola, skin rash.

Roget 655: disease; illness, sickness etc. adj.; ailing &c.; all the ills that flesh is heir to" [Hamlet]; morbidity, morbosity; infirmity, ailment, indisposition; ... meer laten zien

Nederlands: uitslag
Pools: krosta, wyrzut, wyprysk

2 rash

A series of unexpected and unpleasant occurrences:
— A rash of bank robberies.

synoniem: blizzard.

bijvoeglijk naamwoord

1 rash

Imprudently incurring risk.

Roget 499: unintelligent [Applied to persons], unintellectual, unreasoning; mindless, witless, reasoningless, brainless; halfbaked; having no head etc. 498; not bright etc. ... meer laten zien

2 rash

Marked by defiant disregard for danger or consequences:
— A rash attempt to climb Mount Everest.

synoniemen: foolhardy, heady, reckless.

Roget 863: rash, incautious, indiscreet; imprudent, improvident, temerarious; uncalculating; heedless; careless etc. (neglectful) 460; without ballast, heels over head, ... meer laten zien

Pools: nieroztropny, nierozsÄ…dny


Moby betekeniswoordenboek: abrupt, abscess, adventuresome, adventurous, ague, anemia, ankylosis, anoxia, apnea, asphyxiation, asthma, ataxia, atrophy, audacious, backache, bleeding, blennorhea, bold, brash, brazen ... meer laten zien.

Vind elders meer over rash: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0373