Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

elastic

zelfstandig naamwoord

1 elastic

A narrow band of elastic rubber used to hold things (such as papers) together.

synoniemen: elastic band, rubber band.

Nederlands: elastiek, elastiekje, rubberband
Pools: recepturka

2 elastic

A fabric made of yarns containing an elastic material.

bijvoeglijk naamwoord

1 elastic

Capable of resuming original shape after stretching or compression; springy.

Pools: giętki, sprężysty, elastyczny

2 elastic

Able to adjust readily to different conditions:
— An elastic clause in a contract.

synoniemen: flexible, pliable, pliant.

Roget 325: elastic, flexible, tensile, spring, resilient, renitent, buoyant; ductile, stretchable, extendable.   

Pools: elastyczny


Moby betekeniswoordenboek: Lastex, accommodating, adaptable, adaptive, adjustable, airy, animated, baleen, battledore, bendable, bending, bouncy, buoyant, chewing gum, compliant, compressible, contractile, convalescent, dilatant, distensive ... meer laten zien.

Vind elders meer over elastic: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.054