Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

equality

zelfstandig naamwoord

1 equality

The quality of being the same in quantity or measure or value or status.

Roget 13: identity, sameness; coincidence, coalescence; convertibility; equality etc. 27; selfness, self, oneself; identification.    monotony, ... meer laten zien

Nederlands: gelijkberechtiging, gelijkheid
Pools: równość

2 equality

A state of being essentially equal or equivalent; equally balanced.

synoniemen: equation, equivalence, par.

Roget 27: equality, parity, coextension, symmetry, balance, poise; evenness, monotony, level.    equivalence; equipollence, equipoise, equilibrium, ... meer laten zien

Nederlands: gelijkwaardigheid, equivalent, gelijkheid
Pools: równouprawnienie


Moby betekeniswoordenboek: agreement, analogy, balance, bilateral symmetry, coequality, coincidence, comparability, comparison, conformity, congruence, congruity, consistency, correspondence, dynamic symmetry, egalitarianism, equilibrium, equivalence, equivalency, eurythmics, eurythmy ... meer laten zien.

Vind elders meer over equality: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0339