Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

feebleness

zelfstandig naamwoord

1 feebleness

The state of being weak in health or body (especially from old age).

synoniemen: debility, frailness, frailty, infirmity, valetudinarianism.

Nederlands: asthenie, slapte, zwakte
Pools: osłabienie, mizerność, anemiczność, słabość, niemoc

2 feebleness

The quality of lacking intensity or substance.

synoniem: tenuity.

Roget 575: feebleness etc. adj..


bijvoeglijk naamwoord

Roget 460: neglecting etc. v.; unmindful, negligent, neglectful; heedless, careless, thoughtless; perfunctory, remiss; feebleness etc. 575.    ... meer laten zien

Vind elders meer over feebleness: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0344