- high-handedness als zelfstandig naamwoord:
- 1
high-handedness
zelfstandig naamwoord
1 high-handedness
Overbearing pride evidenced by a superior manner toward inferiors.
synoniemen: arrogance, haughtiness, hauteur, lordliness.
Nederlands: arrogantie, eigendunk, hooghartigheid, hoogmoed, hovaardigheid, hovaardij, ijdelheid, inbeelding, verbeelding, verwatenheid ... meer laten zien
Pools: zaczepność, arogancja
Vind elders meer over high-handedness: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0149